6 typen (hoog)begaafdheid
Zorgt het voor meer duidelijkheid over hoogbegaafdheid? Of juist niet?
Wat voor beeld heb jij bij iemand die hoogbegaafd is? Veel mensen denken dan nog steeds aan een professor of uitvinder, maar het is zoveel meer dan dat. Een hoogbegaafde is bijna nooit een jongen met woest haar, met een fotografisch geheugen en obsessieve interesse in dino’s & robotica. Omdat mensen een beperkt beeld hebben bij (hoog)begaafdheid, is er een uitgebreid schema gemaakt van allerlei verschillende manieren waarop je (hoog)begaafd kan zijn. Dat is heel mooi, maar ik heb ook mijn kanttekeningen.
Hoe het begon
In 1988 hebben de twee experts Betts & Neihart 6 profielen gemaakt van begaafde (IQ 120-130) en hoogbegaafde (IQ 130+) leerlingen. De profielen zijn echt gericht op hoe verschillend begaafde en hoogbegaafde leerlingen op school zijn op deze gebieden: emotioneel, sociaal, cognitief en fysiek, die allemaal invloed op elkaar hebben. Als het bijvoorbeeld fysiek niet goed gaat, dan voel je je ook minder fijn en kan je minder goed leren.
Er zijn meer indelingen van (hoog)begaafdheid gemaakt door andere mensen, maar deze 6 profielen van Betts & Neihart worden het meest gebruikt. Ik bespreek de profielen later in dit artikel in meer detail. De 6 profielen zijn:
1. De aangepast succesvolle leerling / The Successful
2. De uitdagend creatieve leerling /The Creative
3. De onderduikende leerling / The Underground
4. De risicoleerling (dropout) / The At-Risk
5. De dubbel bijzondere leerling /Twice/Multi Exceptional
6. De zelfsturende autonome leerling /Autonomous Learner
(Hoog)begaafde leerlingen beter begrijpen & helpen
Betts en Neihart hebben de 6 profielen gemaakt om informatie aan docenten en ouders te geven over (hoog)begaafde leerlingen zodat ze hun gedrag, gevoelens en behoeften beter begrijpen en er beter op kunnen inspelen. Het doel is om (hoog)begaafde kinderen en jongeren beter te ondersteunen in hun ontwikkeling en educatie. Het gaat dus om leerlingen, hoe kinderen als leerling op een school zijn. De profielen zijn niet gemaakt om daarmee een diagnose te stellen, of om iemand in een hokje te stoppen. Het kan namelijk heel goed zijn dat je in meerdere profielen past of dat je mix van de 6 ingrediënten wat verandert in de loop van de tijd.
Mijn kanttekeningen en bezwaren
Uit z’n verband gerukt?
De profielen zijn alleen gemaakt om inzicht te geven. Omdat ze zo populair zijn geworden, gebruiken veel mensen deze indeling en een deel van hen doet dat op een incorrecte manier. Ik hoorde bijvoorbeeld van iemand die bij een congres over hoogbegaafdheid was, dat een expert de aanwezigen vroeg om bij elk van de 6 profielen een leerling in hun hoofd te nemen die ze kennen. Nee, dit is dus juist niet de bedoeling. Maar het gebeurt wel.
De 6 profielen zijn dus alleen om meer inzicht te krijgen hoe (hoog)begaafdheid zich op verschillende manieren kan uiten. Ook om te laten zien dat (hoog)begaafdheid niet alleen het standaardbeeld is (dat nog steeds veel mensen hebben): een jongen met warrig haar, een bril, die ontzettend makkelijk leert en houdt van robots en wiskunde.
Vertaling
In de vertaling wordt in de naam van elk profiel het woord ‘leerling’ toegevoegd. Op zich is het goed om duidelijk te hebben dat het om leerlingen gaat en niet de mens buiten school, maar door dit woord te gebruiken zorgt ga je toch ongemerkt elke leerling in je hoofd koppelen aan 1 van de profielen en dat is juist niet de bedoeling. In de originele versie noemt men het ook niet bijvoorbeeld ‘De uitdagend creatieve leerling’, maar ‘The creative’. Het is het creatieve profiel, niet de creatieve leerling.
Wat ik ook belangrijk vind om te noemen, is dat de Nederlandse vertaling in 2013 is uitgevoerd door een stagiair onderzoek van CBO Nijmegen. Ik vind dat je zoiets echt niet door een stagiair kan laten doen en vooral dat niet zomaar in je communicatie kan overnemen als ‘de standaard’ vertaling. Deze persoon (die niets is aan te rekenen) heeft vast de meeste dingen correct vertaald, maar het vraagt echt iemand met veel kennis en ervaring om dit te doen. Sommige Engelse woorden kunnen nou eenmaal niet 1 op 1 vertaald worden naar het Nederlands, omdat je zo risico loopt dat je iets anders communiceert dan oorspronkelijk is bedoeld. Bovendien moet je zorgvuldig nadenken over onder andere de namen van de profielen. Bijvoorbeeld het profiel The Creative is in het Nederlands vertaald als De uitdagend creatieve leerling. Dat komt waarschijnlijk omdat hetzelfde profiel in de originele versie uit 1988 Challenging werd genoemd en blijkbaar heeft de stagiaire dat samengevoegd? Ik vind dat schadelijk, want het maakt nogal uit of je iemand ziet als ‘creatief’ of ‘uitdagend creatief’. Want hoe wordt het woord uitdagend geïnterpreteerd? Ik vind dat dit woord alleen maar tot verwarring leidt en tot mogelijke onterechte veroordeling richting de leerling.
Ook heb je het profiel dat in het Engels eerst ‘The dropout’ heette en sinds 2010 ‘The At-Risk’. De onderzoekers bedoelen dat leerlingen die erg in dit profiel passen het risico lopen om school niet af te maken en/of verslaafd te raken aan alcohol of drugs en/of ernstig agressief gedrag gaan vertonen, et cetera. Je ziet het beeld wel voor je, denk ik. Kinderen met serieuze emotionele- en gedragsproblemen. Maar in Nederland wordt dit profiel ‘De risicoleerling of dropout’ genoemd. In Nederland noemen we dropouts ook wel thuiszitters. Risicoleerlingen en dropouts zien we in ons land als kinderen die mogelijk schoorverlaters worden en/of geen diploma halen. Dit is naar mijn mening iets heel anders dan hoe de onderzoekers dit profiel bedoelen. De onderzoekers hebben het over disruptive behavior en kinderen die mogelijk opgroeien tot criminelen, terwijl de (hoog)begaafde leerlingen die we in Nederland als ‘dropouts’ labelen, lang niet allemaal ernstige emotionele- en gedragsproblemen hebben. De reden dat (hoog)begaafde kinderen (potentiële) thuiszitter worden, is meestal een te grote mismatch tussen het schoolsysteem en de leerling. Er is geen sprake van agressie of mogelijke criminaliteit (niet meer dan het gemiddelde onder de bevolking). Dus ik zou zeggen dat dit profiel in de Nederlandse vertaling en interpretatie onjuist wordt geïnterpreteerd. Deze (potentiële) thuiszitters passen veel meer in het creatieve profiel.
Wat gebeurt er als je (al dan niet bewust) een potentiële (hoog)begaafde dropout bekijkt als een potientiële crimineel, een disrupter, iemand met ernstige emotionele- en gedragsproblemen? Daarmee heb je een heel onjuist beeld van zo’n kind en behandel je de leerling ook totaal anders dan wanneer je weet dat het gaat om een te grote mismatch tussen het kind en het reguliere schoolsysteem. Een heel belangrijk verschil. Helaas heb ik het idee gekregen dat veel scholen deze leerlingen toch vaak onterecht zien en behandelen als de disrupter.
Vanuit het schoolsysteem gezien
Het gaat dus specifiek om leerlingen en dat is ook een van mijn bezwaren bij deze 6 profielen. Het gaat namelijk om hoe een kind wordt gezien door de bril van het schoolsysteem. Dan kan je je afvragen: is dat eerlijk en correct? Daarbij is een kind meer dan een leerling. Hoe je op school bent, kan heel anders zijn dan hoe je op balletles of met je vrienden bent. Je bent waarschijnlijk zelfs anders als je op de ene school zit of op de andere.
Wanneer ben je succesvol?
Een van de profielen heet ‘De aangepast succesvolle leerling’ (‘The Successful’ in het Engels). Kan je zeggen dat een leerling die zich goed aanpast aan de wensen van z’n school per se een ‘succesvol’ persoon is? En is een dropout dan geen succesvol persoon? Misschien ben je buiten school wel heel goed in programmeren, of heb je een eigen bedrijf waar je snoep verkoopt. Dat het standaard schoolsysteem een leerling die de schoolvakken niet boeiend vindt niet kan waarderen, betekent niet dat je dan een big failure bent. Of dat je dan meer kans hebt om een drugsbaron te worden, of iets dergelijks. En dat sommige (hoog)begaafde leerlingen niet passen in het reguliere onderwijs, ligt dat aan de leerling of aan het schoolsysteem?
Invloed omgeving
In welk profiel een leerling het meeste past, wordt beïnvloed door de situatie en de begeleiding die de leerling krijgt. Hoogbegaafde leerlingen hebben bijvoorbeeld vaak maatwerk nodig om zich te ontwikkelen. Als ze die niet of onvoldoende krijgen, ontstaan er problemen. Bovendien zijn ze vaak hoogsensitief. Als je in een drukke klas je werk niet goed kan doen, wil dat dan meteen zeggen dat je het in een meer rustige omgeving ook niet goed doet?
Wat je niet laat zien
En hoe zit het met de dingen of gevoelens die je niet laat zien, maar er wel zijn? Je hebt ze wel, maar ze komen er niet uit, of in bepaalde situaties niet. Bijvoorbeeld iemand die houdt van zingen onder de douche, maar echt niet gaat zingen voor de klas... Dat mooie liedje krijgen wij nooit te horen, maar het geeft je niet het recht om te zeggen dat deze persoon niet van zingen houdt. Daarbij ontwikkelt deze persoon zich later misschien tot iemand die wél voor publiek wil zingen.
Bestaan er echt maar 6 profielen?
Dit is een indeling in 6 profielen en dat is een keuze die de onderzoekers maakten. Maar dat wil niet zeggen dat er misschien wel veel meer profielen zijn. Betts & Neihart hebben trouwens zelf zo’n 20 jaar later (in 2010) hun profielen aangepast omdat ze tot nieuwe inzichten waren gekomen en omdat de mensen/maatschappij in die tijd was veranderd. Maureen Neihart geeft ook aan dat het afhangt van de cultuur waar je in leeft (meer of minder individualistisch). Wat in de ene cultuur belangrijk wordt gevonden op school, is in de andere cultuur veel minder belangrijk. Dus de profielen veranderen met de tijd. Hoeveel heb je dan eigenlijk echt aan deze indeling? Geeft het echt goed inzicht? Of zorgt het er juist voor meer verwarring? Iets wat je goed moet blijven onderzoeken.
Hoogbegaafdheid vaststellen
Om echt vast te stellen of iemand (hoog)begaafd is, moet je een (hoog)begaafdheidsspecialist zijn met voldoende kennis & ervaring én meerdere bronnen gebruiken. Dus niet alleen een schema met profielen, maar ook observatie, gesprekken, testen en/of toetsen.
De 6 profielen in detail
Hieronder heb ik mijn best gedaan om de 6 profielen zo correct mogelijk uit te leggen. Nogmaals: het is niet bedoeld om te zeggen dat een kind in één van de profielen thuishoort. Want elk kind is uniek. Je moet heel zorgvuldig zijn dat je niet gaat labelen en fixed verwachtingen gaat creëren. De profielen zijn gemaakt, omdat mensen in de jaren 80 een te beperkt beeld hadden van (hoog)begaafdheid en het nodig was om ze meer inzicht te geven in hoe (hoog)begaafdheid zich op verschillende manieren kan uiten en deze leerlingen dus ook verschillende behoeften hebben.
Wanneer je het hebt over profielen, ga toch heel makkelijk dingen zeggen zoals “deze leerling is typisch profiel 2 en dit kind past in profiel 6”. Dat is dus niet hoe de profielen bedoeld zijn. Misschien moet je het als ingrediënten zien. Elke (hoog)begaafde leerling heeft z’n eigen unieke mix van de 6 ingrediënten.
De aangepast succesvolle leerling / The Successful
MANIER VAN LEREN goede prestaties, maar ze kunnen meer. Ze hebben geleerd hoe ze met weinig werk goede resultaten halen. Docenten en leeftijdsgenoten vinden ze meestal leuk, want ze voelen goed aan wat de ander van ze wil en leven daar grotendeels naar.
MAAR ze lijken hun creativiteit en autonomie kwijt te zijn. Deze vaardigheden hebben ze juist wel nodig als ze klaar zijn met school.
RISICO dat ze niet goed voorbereid zijn op alle uitdagingen die ze in hun leven zullen tegenkomen (waar je juist creativiteit en zelfredzaamheid voor nodig hebt).
HULP Dus het is goed om ze te helpen om die vaardigheden te leren. En om het schoolprogramma te compacten & verrijken, zodat je ze steeds uitdaagt.De uitdagend creatieve leerling /The Creative
MANIER VAN LEREN is creatief, scherp en kritisch. Eerlijk & direct. Met wisselende resultaten en ook competitief.
MAAR er kan een mismatch zijn met wat school aanbiedt. Ook wordt dit type vaak niet herkend als hoogbegaafd. Ze kunnen voor docenten overkomen als eigenzinnig en sarcastisch en stellen autoriteit ter discussie. Ze hebben weinig behoefte om zich te conformeren. Opvallend is dat over het algemeen docenten de kenmerken van dit profiel onprettig vinden. Leerlingen met een hoog creatief potentieel voelen zich daardoor niet veilig in de klas, want ze worden eigenlijk afgewezen in hoe ze in essentie zijn. Dat heeft dan weer invloed op hun prestaties op school en daarbuiten. Terwijl als je juist de creatieve ideeën waardeert, gaat het kind er enthousiast verder mee en ontwikkelt zo z’n kwaliteiten.
RISICO De kenmerken van dit profiel is wat de meeste scholen niet prettig vinden en ze krijgen dan ook weinig erkenning en waardering. Waardoor ze gefrustreerd raken over school, omdat die hun talenten en mogelijkheden niet erkent.
HULP van ouders om voor ze op te komen op school & hulp van docenten en andere volwassenen die hun kwaliteiten & mogelijkheden juist wél zien en ze begeleiden om hun sterke, creatieve kanten verder te ontwikkelen. Ze uitdagende activiteiten aanbieden waarbij ze zelf keuzes kunnen maken. Welke soort hulp/ondersteuning goed werkt, is afhankelijk van het domein(en) (zoals muziek, natuurkunde, et cetera) waarin het kind zich creatief ontwikkelt én de leeftijd.De onderduikende leerling / The Underground
MANIER VAN LEREN Gaan op een bepaalde leeftijd hun (hoog)- begaafdheid verstoppen zodat ze beter bij leeftijdsgenoten passen die niet (hoog)begaafd zijn. Dit gebeurt vaker bij meiden dan bij jongens.
MAAR ze voelen zich vaak onzeker en angstig.
RISICO dat de volwassenen ze teveel gaan pushen, “want je kan zoveel meer”, waardoor ze juist meer in de weerstand gaan. Kans op faalangst. Risico op teveel aanpassen, waardoor ze psychosomatische klachten kunnen krijgen (hoofdpijn, buikpijn e.d.). Verder terugtrekken, depressiviteit, uitval.
HULP werkt meestal beter als je ze wat dat betreft meer met rust laat, hun (sociale) behoeften respecteert. Ze ruimte geven. Ze willen geen ander werk doen, of naar speciale programma’s voor (hoog)begaafde leerlingen. Het is een goed idee om te kijken of je ze op nieuwe manieren toch hun cognitieve behoeften kan vervullen, waardoor ze kunnen ervaren dat het leuk is om daarin te groeien. Zorg voor rolmodellen: andere (hoog)begaafden die veel leuke dingen hebben bereikt dankzij hun unieke kwaliteiten.De risicoleerling (dropout) / The At-Risk
MANIER VAN LEREN niet echt gemotiveerd door schoolse taken. Voelt zich niet betrokken op school. Ontkent eigen talent, wil geen uitdagingen aangaan.
MAAR dat deze kinderen zo zijn, komt vooral door familie en persoonlijke eigenschappen. Hun behoeften aan veiligheid en structuur worden niet vervuld en als ze in de adolescentie terechtkomen, zijn ze erg boos op en gefrustreerd door het schoolsysteem en de maatschappij in het algemeen, omdat het ze niet heeft gegeven waar ze behoefte aan hebben & hun unieke kwaliteiten niet (genoeg) erkent. Ze hebben gaten in de ontwikkeling van hun vaardigheden.
RISICO Dit kan zich uiten in depressie, terugtrekken, of juist meer extern en met weerstand reageren. Kans op onderwijs verlaten zonder diploma. Positieve kenmerken van begaafdheid laten zich steeds minder zien (alleen eventueel in hobby's). Ze worden veel minder toegelaten tot speciale programma’s/maatwerk voor (hoog)begaafden door hun andere ‘problemen’. Ze komen eerder terecht bij andere soorten hulpverlening. Ze breken steeds maar de regels en komen veel in aanraking met de rector. Roekeloos, manipulatief, overweldigende gevoelens van woede, depressie.
HULP van mensen die ze vertrouwen. Alternatieve lesmethoden/aanpak/maatwerk. Mensen die hun kwaliteiten zien. Goede communicatie tussen school & ouders & leerling. Dat de leerling zelf betrokken is bij z’n eigen uit te zetten pad. Hun interesses en manier van leren liggen vaak buiten de standaard manieren van het schoolsysteemDe dubbel bijzondere leerling /Twice/Multi Exceptional
MANIER VAN LEREN Voelt zich vaak gefrustreerd, dom, niet begrepen. Wisselende prestaties. Sinds de profielen zijn opgesteld (in 1988), is er veel meer aandacht gekomen op scholen om support te bieden voor onder andere ADHD en dyslexie, waardoor de leerlingen duidelijk minder vaak last hebben van o.a. zich dom voelen of frustratie.
RISICO op gevoelens van stress/frustratie en bepaald gedrag als gevolg daarvan. Gevoelens van machteloosheid. Dat hulpverlening en docenten zich teveel richten op de beperking in plaats van de (hoog)begaafdheid. Deze kinderen hebben het nodig dat hun (hoog)begaafdheid juist wél erkend wordt en daar actie naar wordt ondernomen.
MAAR vaak niet herkend als hoogbegaafd. Ze kunnen gedrag vertonen dat niet gewaardeerd wordt op school (slecht schrijven, gedrag dat de klas verstoort). Het schoolsysteem richt zich vaak vooral op hun zwakke punten en zien hun sterke punten en talenten niet/voeden die niet.
HULP van mensen die hun kwaliteiten zien en bekrachtigen, compensatie voor belemmerende factoren, aandacht voor hun hoogbegaafdheid. Dit is het meest uiteenlopende profiel van de 6 en dus is de ondersteuning die nodig is bij dit profiel ook erg afhankelijk van wat er precies aan de hand is.
De zelfsturende autonome leerling / Autonomous
Leerlingen die veel van dit profiel hebben, leerden -net als bij het eerste profiel- hoe ze effectief door hun schoolloopbaan heen komen. Het verschil met de aangepast succesvolle leerling/The Successful is dat bij het autonome profiel de leerling manieren heeft gevonden om het systeem te gebruiken, om mogelijkheden voor zichzelf te creëren/regelen. Dus ze werken niet voor het systeem, maar laten het systeem voor ze werken. Ze zijn ‘succesvol’ op school en hebben dan ook een positief zelfbeeld. Ze hebben een krachtig gevoel van persoonlijke kracht. Geen bevestiging nodig van anderen.
MANIER VAN LEREN zelfstandig, intrinsieke motivatie, ondernemend, sociale vaardigheden.
MAAR als je je erg ontwikkelt in iets, kan je daar goed support bij gebruiken. Want elke groei heeft z’n uitdagingen. Juist als je potentieel en ontwikkeling vooral buiten de standaard lesstof ligt, is het goed om erop te letten dat de leerling evengoed support krijgt bij wat ‘ie doet.
BEHOEFTE AAN ondersteuning/support en ruimte om te verkennen/onbegrensd leren, feedback van anderen.
Bronnen
* https://www.davidsongifted.org/gifted-blog/profiles-of-the-gifted-and-talented/
* https://talentstimuleren.nl/thema/begaafdheid/media/89-profiles-of-the-gifted-a-research-based-approach
* https://cbo-nijmegen.nl/profielen-voor-begaafde-en-getalenteerde-leerlingen/
* https://www.projecttalent.be/doelgroep/lagere-schoolkinderen-6-12j/artikel/19-types-hoogbegaafde-leerlingen
* https://www.specialisthoogbegaafdheid.nl/verbreding-rolversterking/duizend-profielen-begaafdheid/
* file:///D:/Downloads/profielen_van_leerlingen_-_betts_en_neihart_blauw_1.pdf
* https://talentstimuleren.nl/?file=553&m=1370389145&action=file.download
Prachtig, want onze 13-jarige dochter WAS aangepast succesvol op po, maar ging vervolgens na grensoverschrijdend gedrag met 10-je onderpresteren en is nu in 2 gym drop-out.
Gebrek aan vroegsignalering, bij psy diagnose internaliseren en ‘pas’ op vo signalen HB herkend door ouders, maar school zag kind met ‘masker’ op, die loyaal was en zich (sociaal) afzonderde, als bescherming (risico misdiagnose ASS)
Nu vanuit depressie authenticiteit terug vinden, het hoofd weer in verbinding met het hart en dat gaan we (als gezin) ZELF doen want de ‘systemen’ zijn hier nog niet op ingericht. Nu enkel nog zoeken hoe we omgaan met leerplicht….. (=leerrecht)