Waarom hoogbegaafde kinderen niet gewoon doen wat je zegt
Wat er schuilgaat achter hun weerstand en hoe je hun potentieel kunt benutten
Hoogbegaafdheid is meer dan een hoge intelligentie. Het brein van een hoogbegaafde is niet alleen scherp in het denken, maar ook in het voelen. Daardoor nemen hoogbegaafden niet zomaar iets van je aan. Dit artikel biedt inzicht in de redenen hierachter en geeft praktische tips. Met de juiste benadering en onderwijsmethoden kunnen hoogbegaafde leerlingen niet alleen prima door hun schooltijd komen, maar ook hun unieke eigenschappen inzetten als waardevolle kracht.
Ouders worden er soms gek van. Nooit kan je zomaar tegen je hoogbegaafde kind zeggen: “Doe je muts op”, want dan gebeurt het waarschijnlijk niet. Wat vaak wel werkt, is als de ouder zegt: “Het is heel koud buiten, voel je dat ook? Mensen koelen het snelste af bij hun voeten, handen en hoofd en ik hou er niet van om het koud te hebben. Jij? Zullen we maar een muts opdoen? Welke wil jij?”. Het kost wat meer moeite, maar eigenlijk is het meteen een leuk gesprekje.
Misverstand
Er wordt weleens gezegd dat hoogbegaafde kinderen niet goed kunnen omgaan met autoriteit en met ‘moeten’, maar is dat zo? Of ligt het misschien aan de manier waarop de autoriteit met hen communiceert? Wanneer ouders, leerkrachten of andere volwassenen hun benadering een beetje aanpassen, blijkt er vaak geen probleem te zijn. Hoe pak je dat aan?
Te eigenwijs?
Het is niet dat hoogbegaafden te koppig of eigenwijs zijn. Een hoogbegaafde heeft niet als doel om tegen de autoriteit aan te schoppen, maar ze hebben wel voldoende ruimte nodig voor hun autonome zelf. Een hoogbegaafde gebruikt z’n kennis en ervaring om een eigen mening te vormen. Ze nemen hun verantwoordelijkheid en maken keuzes gebaseerd op hun eigen inzichten, zonder blind regels te volgen.
Dat hoeft maar weinig in conflict te staan met regels en wetten, mits er ruimte is voor hun eigenheid. Als ze die ruimte niet krijgen, kan dit op langere termijn leiden tot demotivatie en zelfs ernstige psychische problemen, zoals angsten en depressie.
1. Begin met het waarom
Hoogbegaafden zien supersnel wat er gaande is, de verschillende oplossingen voor een probleem en de mogelijke gevolgen daarvan. Ze zien de grote lijnen, de verbanden én ze zijn onmiddelijk al 10 stappen (of meer) verder en dieper dan de rest. Dit is creatief en divergent denken.
Huh? Divergent denken?
Dat is een flexibele manier van denken, waarbij je ideeën uit verschillende categorieën met elkaar combineert. Het tegenovergestelde is convergent denken, waarbij je logische stappen volgt om één oplossing voor een probleem te vinden. En nou juist dat convergente denken is wat op scholen vooral wordt gebruikt.
Als lessen voornamelijk op convergente wijze worden aangeboden, kan een hoogbegaafde leerling afhaken. Hun brein werkt top-down: eerst moeten ze het nut en de context begrijpen. Zonder die informatie kan weerstand ontstaan. Niet omdat ze koppig zijn, maar omdat hun motivatie niet wordt aangesproken.
Je wilt de klas leren hoe je een cadeautje inpakt. De standaard aanpak (“Eerst vouw je dit zo, dan plak je dat”) kan voor de hoogbegaafde leerling frusterend zijn. Wat beter werkt is een introductie die het grotere plaatje schetst: “Veel mensen vinden een mooi ingepakt cadeau extra leuk. Ik laat jullie zien hoe ik dat doe. Wie wil het eens proberen?” Een simpele hack voor de onderwijzer, die weinig tijd kost en veel oplevert.
2. Zorg voor intrinsieke motivatie
Interesse in het onderwerp
De motivatie van een hoogbegaafde komt van binnenuit en niet zozeer van extrinsieke beloningen zoals een goed cijfer of status. Dit komt doordat
het beloningssysteem in hun hersenen wat anders werkt dan bij
niet-hoogbegaafden. Hoogbegaafden leren het beste wanneer ze intrinsiek gemotiveerd zijn. Dit maakt hun betrokkenheid bij een onderwerp vaak sterk, zolang het onderwerp hen maar boeit.
Niet blijven herhalen
Veelvuldig herhalen zonder verdieping kan voor hen ook een probleem zijn. Zodra ze begrijpen hoe iets werkt, is het herhalen ervan vaak saai en ontmoedigend. Hoogbegaafden zijn efficiënt in hun denken en willen niet vastzitten in herhalingen van simpele concepten. Wanneer ze het nut van een taak niet zien, verliezen ze snel hun motivatie en energie. Als je eenmaal weet hoe je een analoge klok leest, wordt het al snel erg saai als je hetzelfde nog 30x uitgelegd krijgt, toch?
Verdieping
Hoogbegaafden hebben behoefte aan verdieping. Ze willen verbanden leggen, analyseren en zelf iets nieuws toe kunnen voegen. De ‘Taxonomie van Bloom’ is een indeling van 6 verschillende niveau’s van leren, oplopend in moeilijkheidsgraad.
Onthouden
Begrijpen
Toepassen
Analyseren
Evalueren
Creëren
De laatste drie horen bij de ‘hoge denkvaardigheden’ (verdieping). Dat zijn de niveau’s waar hoogbegaafden het meest van aan gaan. Dit vraagt om creativiteit en kritisch denken, om zelf iets nieuws toe te voegen. Er moet op worden gelet dat een hoogbegaafde voldoende werk op dit niveau kan doen, want zonder deze uitdaging kan leren oppervlakking en saai voor ze worden, wat leidt tot demotivatie.
3. Flexibiliteit
Als een volwassene te maken heeft met een hoogbegaafde, is het belangrijk om te begrijpen dat hun weerstand tegen autoriteit vaak voortkomt uit een gebrek aan ruimte voor hun eigen manier van denken. Ze willen niet zomaar iets doen omdat het ‘moet’; ze willen weten waarom en hoe het past in het grotere geheel. Vaak helpt het om meer flexibiliteit in te bouwen, om samen met hen naar oplossingen te zoeken. En om een dialoog aan te gaan over wat hen motiveert en hoe zij het beste kunnen bijdragen.
Jopie wijst de docent erop dat hij had gezegd dat ze om 12 uur buiten in de sneeuw mogen spelen en het is nu 5 voor 12. Dat kan de docent zien als een irritante confrontatie, maar ook als een handige aanwijzing. De docent had er niet aan gedacht dat ze ook nog tijd nodig hebben om wanten en mutsen aan te doen. Bedankt Jopie!
Als de ‘saaie’ of ‘stomme’ taak écht moet gebeuren, is het belangrijk om te kijken hoe je de taak zelf meer afstemt op de manier van denken en leren. Het is onterecht om te denken dat de hoogbegaafde leerling dit zelf maar moet oplossen. Wanneer je hun behoefte aan autonomie en intrinsieke motivatie serieus neemt en samen op zoek gaat naar manieren om ook taken die saai zijn (maar echt nodig zijn) te combineren met iets waar ze wél genoeg motivatie van krijgen, lukt het vaak wel.
Wanneer repetitieve oefeningen nodig zijn, kun je deze beperken tot een minimum (compacten) en de vrijgekomen tijd gebruiken voor uitdagendere projecten, zoals onderzoek doen naar een onderwerp dat hen boeit of het oplossen van complexe vraagstukken
Of als de leerlingen een schoonmaak taakje hebben en er weerstand ontstaat, kan je bijvoorbeeld vragen: "Hoe kunnen we dit proces slimmer en sneller maken?". Zo spreek je de hogere denkvraardigheden van de hoogbegaafde leerling aan, die zich bovendien serieus genomen voelt, wat ook de motivatie kan aanwakkeren.
Verwondering
Hoogbegaafden zijn van nature onafhankelijke denkers, altijd op zoek naar de beste manier om iets aan te pakken. Dit kan als ‘eigenwijs’ worden gezien, maar het is juist deze onafhankelijke geest die hen zo waardevol maakt. Ze kunnen benaderingen van problemen zien die anderen niet direct opmerken. Deze eigenschap maakt hen waardevol in het bedenken van innovatieve oplossingen.
In plaats van hoogbegaafde kinderen te zien als ‘lastig’ of ‘te eigenwijs’, zou het waardevol zijn om hen te benaderen met verwondering voor hun manier van denken en doen. Hou er ook rekening mee dat ook voor hoogbegaafden niet geldt: one size fits all.
Vertrouwen
Ga uit van vertrouwen in hun kunnen en hun unieke kwaliteiten. Dat geeft ze het gevoel van veiligheid dat ze nodig hebben. Richt je vooral op het positieve, wat er wél goed gaat en wat je waardeert. Wees meer een aanmoediger dan een dirigent. Laat merken dat de leerling altijd bij je terecht kan met vragen. Soms wringt er namelijk bij een hoogbegaafde leerling iets, alleen maar omdat ‘ie met onbeantwoorde vragen zit. Wees iemand waar ze mee kunnen samenwerken in plaats van iemand die ze met verwachtingen en eisen benadert.
Dit betekent niet dat ze geen grenzen of richtlijnen nodig hebben, maar wel dat hun manier van denken en werken begrepen en gerespecteerd wordt.
Het biedt kansen om te communiceren op een manier die niet alleen effectiever is, maar het zorgt er ook voor dat de hoogbegaafde haar of zijn kwaliteiten beter tot uiting kan brengen. Zo ontstaan er vaak mooie, waardevolle resultaten die zowel voor de hoogbegaafde als voor de omgeving positief zijn.
Een hoogbegaafd meisje van 6 jaar is super geïnteresseerd in lieveheersbeestjes. Ze krijgt op school de ruimte om daarmee aan de slag te gaan. Ze ontwikkelt een origineel spel over dat onderwerp, waar kinderen van basisschoolleeftijd van kunnen leren over de natuur. Dit is The LadyBug Game, wat al jarenlang wordt verkocht in grote Amerikaanse winkels.
4. Zet je ego opzij
Hoogbegaafden kijken op cognitief én emotioneel vlak snel door je heen en merken het meteen als iets niet klopt. Zo hebben ze ook door dat autoriteiten niet altijd gelijk hebben. Dat gaat wringen wanneer de autoriteit er niet voor open staat. Als dat veel gebeurt, komt deze geprikkeldheid eruit in de vorm van bijvoorbeeld boosheid in de klas of thuis tegen de ouders, of er ontstaan lichamelijke klachten.
Een leerling wijst de leerkracht op een fout in de wiskundeles. In plaats van defensief te reageren, zegt de leerkracht: “Dank je wel voor je oplettendheid. Laten we samen kijken hoe we dit kunnen oplossen.”
Het intense gevoelsleven van hoogbegaafden speelt hier ook een rol. Ze voelen onrechtvaardigheid intenser en langer dan anderen, wat het extra moeilijk maakt om je aan te passen aan een systeem of situatie dat volgens jou eerlijker of logischer zou kunnen functioneren.
Het voelt zó tegennatuurlijk om iets te ‘moeten’ doen als je doorhebt dat het onlogisch of onrechtvaardig is. Aan de andere kant van de tafel kan dit botsen met autoriteiten die gewend zijn aan gehoorzaamheid zonder vragen. Om goed om te gaan met een hoogbegaafde, is het nodig om je ego wat opzij te zetten. Dit betekent dat je bereid moet zijn om oprechte vragen te ontvangen zonder je aangevallen te voelen. Het vraagt om een open houding waarin je nieuwsgierig bent naar de beweegredenen van de ander, zelfs als die jou uitdagen of confronteren. Je ego opzij zetten houdt ook in dat je je niet boven de ander plaatst, maar kiest voor een gelijkwaardige interactie. Het is de kunst om niet te reageren vanuit een behoefte aan controle, maar vanuit begrip en wederzijds respect. Wanneer dit lukt, kan een dialoog ontstaan waarin zowel de hoogbegaafde als de ander zich gehoord en begrepen voelt.
5. Maak ruimte voor eigen keuzes
Autonomie, zelfstandig keuzes kunnen maken, is heel belangrijk voor een hoogbegaafde. Als het programma steeds maar erg vast staat, gaat het bij een hoogbegaafde knellen. Dat kan leiden tot weerstand. Ze hebben wat meer ruimte nodig om -waar het kan- eigen keuzes te maken: het moet niet op deze ene manier, het kan ook op andere manieren.
Bij een geschiedenisopdracht over de Tweede Wereldoorlog krijgen leerlingen de keuze om een essay te schrijven, een presentatie te geven, een creatief project te maken, óf ze mogen zelf een ander idee pitchen dat het onderwerp belicht.
Let op: Het kan zijn dat een situatie niet beklemmend is en het hoogbegaafde kind tóch in de weerstand gaat. Het kan zijn dat dit kind op andere momenten en/of bij andere mensen veel te weinig autonomie ervaart.
Dat kan voor weerstand zorgen, zelfs als er in die situatie voldoende ruimte is. Als een hoogbegaafde zich in sterke mate beklemd voelt in z’n autonomie, kan dat op langere termijn leiden tot niet meer weten wat ‘ie wil, geen motivatie meer voor wat dan ook, of zelfs een depressie of angststoornis.
Noodzaak
Hoewel hoogbegaafden erg hun best doen om zich aan te passen, ze kunnen hun eigenheid nooit volledig wegstoppen. Tot in bepaalde mate is het oké om je aan te passen, maar niet als het teveel en te lang gebeurt. Soms lijkt het alsof een leerling ondanks de hoogbegaafdheid moeiteloos meekomt, terwijl diegene in werkelijkheid enorm veel energie moeten steken in het simpelweg overleven. Soms is het echt teveel en ontstaat er schade, van schooltrauma tot ‘thuiszitten’.
Je teveel moeten aanpassen, is schadelijk voor je lichamelijke en psychische gezondheid. Bovendien berooft het iedereen van wat de hoogbegaafde leerlingen met hun grote potentieel kunnen bijdragen. Het is noodzakelijk om problemen te voorkomen door hoogbegaafde kinderen altijd te benaderen op de manier zoals beschreven in dit artikel. Dat móet.
Samenvattend is het essentieel om hoogbegaafde kinderen te benaderen met begrip voor hun unieke denkwijze en behoeften. Door het 'waarom' te verklaren, intrinsieke motivatie te stimuleren, flexibel te zijn, het ego opzij te zetten en ruimte te bieden voor autonomie, kunnen we een omgeving creëren waarin hoogbegaafde leerlingen floreren. Deze aanpak stelt hen in staat hun potentieel ten volle te benutten, wat niet alleen gunstig is voor henzelf, maar voor de hele samenleving.
Bronnen:
https://www.sengifted.org/post/overexcitability-and-the-gifted
http://www.ihvo.de/18491/divergent-thinking/
https://www.kennisrotonde.nl/vraag-en-antwoord/begeleiding-en-ontwikkeling-van-hoogbegaafde-leerlingen?utm_source=chatgpt.com
https://vernieuwenderwijs.nl/divergent-en-convergent-lesgeven/
https://expertgroepontwikkelingsvoorsprong.nl/hoogbegaafdheid/bloomen-helpt-hoogbegaafde-kinderen-bloeien/
https://www.intermediair.nl/persoonlijke-groei/competenties/hoe-hoogbegaafden-hun-eigen-grootste-vijand-kunnen-zijn
https://www.ieku.nl/de-weg-van-hoogbegaafde-rebel/
https://www.specialisthoogbegaafdheid.nl/werken-hb-kids/hoogb
egaafd-en-saaie-dingen-doen/
Dank. Uitstekend artikel. Heb het naar mijn zoon doorgestuurd die heeft een HB zoon. Alhoewel mijn kleinzoon zelf altijd zegt dat hij niet slim is maar anders denkt. 🙃
Mijn hele leven in een heftige negatieve omgeving opgegroeid en volwassen geworden. Naar beneden gedrukt door psychiatrische diagnoses moeder en broer. Die voor hun gevoel uitkwamen en opgesloten werden. En uiteindelijk voortijdig dood gingen aan de grote hoeveelheden psychofarmaca. Met als gevolg voor mij de constatering van een psycholoog dat ik teveel opkeek naar autoriteit. Want ik durfde nooit voor mijn mening uit te komen. Angstig als ik was geworden door mijn kind zijn. Afschuwelijk. !